Conclusie

In deze geschiedenis heb ik geprobeerd het ontstaan van de jeugdbeweging te verklaren door te onderzoeken of de jeugdbeweging een vorm van rebellie, terugtrekking of conformisme is. En in het geval van rebellie, waartegen dan?

Het blijkt dat alle drie de elementen terug te vinden zijn in het Wandervogelfenomeen. In de eerste fase, de periode van Hermann Hoffmann, was er alleen sprake van terugtrekking van ouderlijk huis en de school. Hierin zat nog geen vorm van protest verscholen. In de volgende fase, toen reformpedagogen invloed kregen op de jeugdbeweging was dit duidelijk wel het geval.

Na 1910 begon de jeugd eigen idealen te ontwikkelen, althans zo lijkt het. Bij nader onderzoek blijkt dat ook hier weer veel van de idealen van de reformpedagogen in terug te vinden zijn. De jeugdbeweging had die idealen inmiddels geïnternaliseerd.

Het protest van de jeugdbeweging en de reformbeweging richtte zich op de modernisering en de ‘Grossstadt’ gold als het symbool van de maatschappelijke veranderingen. Men verzette zich hevig tegen de steeds groter wordende kloof tussen natuur en maatschappij.