Het socialistisch humanisme

Klaus Mann ontwikkelde zich in exil steeds meer van toeschouwer tot geëngageerd strijder tegen het fascisme. Hij verwierp nu het idee van de rollenverdeling tussen kunstenaar en politiek activist. Met de opheffing van de rollenverdeling tussen kunstenaar en activist plaatste Klaus Mann de kunstenaar in het centrum van de antifascistische strijd.

Toch is het niet zo dat het politiek engagement van Klaus Mann leidde tot een keuze voor een bepaalde bestaande ideologie. In een klein artikeltje uit 1934, Über planwirtschaft und Sozialismus, stelde hij het kapitalisme verantwoordelijk voor de catastrofe en de 'verwarring' waarin de beschaving zich op dat moment bevond. Dat economisch systeem moest dus verdwijnen en het socialisme zou daarvoor in de plaats komen (41). Klaus Mann leek te zijn bekeert tot het socialisme, maar dat is misleidend. In het artikel 'Notizen in Moskou' dat hij in 1934 naar aanleiding van een bezoek aan Moskou schreef, plaatste hij ook weer kanttekeningen bij het socialisme.

Congres in Moskou

In augustus 1934 nam Klaus Mann deel aan het 'Ersten Allunions-kongress der Sovjetschriftsteller'. De uitnodiging hiervoor had te maken met een heroriëntering van de Russische communisten, die een bondgenootschap wilden met 'linksburgerlijke elementen' in de strijd tegen het fascisme. In Het keerpunt beschrijft Klaus Mann wat zijn motief was de uitnodiging aan te nemen. Hij was overtuigd van de agressieve bedoelingen van Hitler en er was maar één manier om de vrede in Europa te redden: samenwerking met Sovjet-Unie. Als het socialistische Oosten en het democratische Westen de handen ineensloegen zou de agressor in het midden geen kans hebben (42). Tegen deze achtergrond nam Klaus Mann als een van de weinige niet-communisten deel aan het congres in Moskou. Door zijn bezoek aan Moskou groeide zijn respect voor het communisme, maar werden ook zijn bezwaren er tegen versterkt.

Bezwaren tegen het communisme

Klaus Mann maakte naar een concept van Max Brod een indeling in geneeslijk- en ongeneeslijk menselijk lijden. Het geneeslijk lijden kon, volgens Klaus Mann, worden opgeheven door een betere sociale orde. Het lijden dat veroorzaakt werd door de menselijke eenzaamheid, het lijden dat inherent is aan het aardse en vergankelijke bestaan, was ongeneeslijk. In de ogen van de Russische communist was preoccupatie met dit laatste, met metafysische zaken, komisch of zelfs reactionair (43). Dat was voor Klaus Mann het grootste bezwaar tegen het communisme. Het communisme was te materialistisch, dat wil zeggen het sloot het metafysische uit als irrelevant of reactionair en zij concentreerde zich te veel op het economische (44).

Samenwerking tussen 'Geist und Macht'

In een redevoering ter gelegenheid van het 'Ersten internationalen Schrifftstellerkongress für die Verteidigung der Kultur gegen Krieg und Fascismus' in juni 1934 herhaalde Klaus Mann zijn bezwaren tegen het socialisme. In die redevoering voegde hij eraan toe dat het socialisme, zoals dat in de Sovjet-Unie bestond, te dogmatisch was. De totalitaire socialistische staat eiste van intellectuelen een totale overgave aan de communistische heilsleer als enig zaligmakend dogma (45). Maar - zo vroeg hij zich af - hoe kon de revolutionaire gedachte zich ontwikkelen als de intellectueel zich geheel onderwierp aan partijdiscipline. De spanning tussen maatschappelijke visie, idee en sociale werkelijkheid bevorderde, volgens Klaus Mann, de sociale scheppingskracht van schrijvers en dat bevorderde de vooruitgang. Wanneer een schrijver zich niet meer kritisch opstelde tegenover de macht zou hem dat als schepper aantasten en dat zou verstarring en stagnatie tot gevolg hebben. Naar Manns mening was daarom de onafhankelijkheid van intellectuelen van politieke macht onontbeerlijk (46). Dat betekende overigens niet dat een intellectueel zich afzijdig moest houden van maatschappelijke ontwikkelingen. In een humanistische maatschappij, zoals Klaus Mann die in gedachte had, moesten intellectuelen en politieke machthebbers samenwerken in de opbouw van die maatschappij (47).

Klaus Mann streefde hiermee naar een individualisme dat deel uitmaakte van het geheel, maar zich daar niet aan onderwierp. Tsjecho-Slowakije was volgens Klaus Mann het enige land waar dankzij het werk van Thomas Masaryk en Eduard Benes die samenwerking tussen 'Geist und Macht' gerealiseerd was.

Een nieuwe ideologie: het socialistisch humanisme

Het zal duidelijk zijn dat voor Klaus Mann noch het kapitalisme noch het communisme een alternatief waren voor een betere sociale orde. Klaus Mann ontwierp toen zijn concept van een socialistisch-humanisme. Klaus Mann probeerde hierin het socialisme te verbinden aan de humanistisch-liberale traditie van het Westen. Voorwaarde voor een betere maatschappij was een rechtvaardige sociale ordening. Maar dit stond bij Klaus Mann niet centraal. In de nieuwe maatschappij moest de moraal en de geestelijke ontplooiing van het individu centraal staan, terwijl het economische naar de periferie werd verdrongen (48). In deze nieuwe orde moest ook de samenwerking tussen intellectuelen en politieke machthebbers gerealiseerd worden. Onder invloed van Heinrich Mann en Ernst Bloch probeerde Klaus Mann op deze manier de idealen van de Franse, burgerlijke revolutie te koppelen aan de idealen van de revolutie van 1917 en hij probeerde in dit concept tot een evenwicht te komen tussen 'Geist und Macht' en een compromis te vinden tussen individuele vrijheid en discipline.

Vlucht naar het noorden

Omslag van Flucht in den Norden

De eerste druk van Flucht in den Norden verscheen in 1934 bij Querido's Amsterdamse uitgeverij voor emigrantenliteratuur.

Dit thema van de relatie tussen plicht en individuele belangen en het thema van de verhouding tussen geest en macht komen terug in de romans Flucht in den Norden (1934) en Mephisto. Roman einer Karriere (1936). Flucht in den Norden was de eerste roman die Klaus Mann in Exil schreef. De heldin van het verhaal is de jonge Duitse Johanna die naar Finland vlucht nadat de nazi's de macht hebben overgenomen. Zij is van burgerlijke afkomst maar verbonden aan het communisme. In Finland verblijft ze bij Karin, een jeugdvriendin. Tussen Johanna en Ragnar, de broer van Karin groeit al snel een stormachtige verhouding. Terwijl Johanna zich onbezorgd bezighoudt met Ragnar komt er een bericht uit Parijs dat ze haar nodig hebben in het verzet. Ze staat nu voor de keuze haar privé-geluk te volgen of haar politieke verplichtingen na te komen. Niet zonder twijfel over de juistheid van het besluit, kiest ze voor het laatste.

Mephisto

Hoofdfiguur in Mephisto is Hendrik Höfgens. Deze vertoont veel overeenkomsten met Gustav Gründgens, de ex-echtgenoot van Erika Mann. Hij behoorde tot een groep van links-radicale kunstenaars, maar toen in 1933 veel kunstenaars vertrokken, bleef Gründgens in nazi-Duitsland. In 1934 werd hij intendant van het Berlijnse staatstheater en in 1936 Pruisische 'staatsrat'. Ondanks de overeenkomsten tussen Gustav Gründgens en Hendrik Höfgens, heeft Klaus Mann nadrukkelijk verklaard dat Mephisto geen sleutelroman is. Hij wilde geen portret maken, maar een 'symbolisch type' (49).

Erika Mann, Klaus Mann, Pamela Wedekind, Gustav Gründgens

V.l.n.r.:Erika Mann, Klaus Mann, Pamela Wedekind en Gustav Gründgens rond 1925.

Gustav Gründgens

Gustav Gründgens

Mephisto gaat over een buitensporig verraad, dat zich manifesteert in de verzoening van de kunstenaar Hendrik Höfgens met de nieuwe nationaalsocialistische machthebbers, een pact met de duivel. Klaus Mann richtte zich in de roman tegen de Duitse intellectuelen die de Duitse geest uit eerzucht of opportunisme verkochten en verraadden. Het fascisme wordt in Mephisto voorgesteld als een komedianten systeem. De nazi-leiders zijn neergezet als karikaturen, zoals 'der Gewaltige Dicke' en de 'hinkende Reklamechef' en de beelden van de fascistische High Society laten zien hoe diep de burgerlijke maatschappij gezonken is. De ontvangst van Mephisto was verdeeld. Sommige critici vreesden dat het nazisme te onwerkelijk werd voorgesteld, waardoor het boek aan kracht zou inboeten.

Dreigende uitbarsting

Begin 1936 dacht Klaus Mann voor het eerste aan emigratie naar de VS. Het innerlijke verzet in Duitsland, waarin hij tot dan toe een groot vertrouwen had gehad, was naar zijn mening niet meer in staat het naziregime omver te werpen. Daarom zou een oorlog in Europa onvermijdelijk worden. Deze oorlog verwachtte hij binnen drie jaar (50). Hij vergeleek Europa met een vulkaan: onrustig waren er onder de oppervlakte dingen aan de gang. Je kon er zeker van zijn dat de vulkaan binnen afzienbare tijd zou ontploffen. De vraag was alleen wanneer dat zou gebeuren.

In september 1936 reisde Klaus Mann samen met Erika vier maanden door de VS. In de VS neigde de meerderheid van de mensen nog steeds naar isolationisme: Europa was ver weg en wat daar gebeurde leek irrelevant en ongevaarlijk. Klaus Mann probeerde door middel van lezingen de Amerikanen wakker te schudden en te waarschuwen voor de gevaren van het fascisme in Europa. In Amerika raakte hij onder de indruk van de politiek van president Roosevelt. Het planmatige karakter van de New-Deal politiek en de sociale reorganisatie waarnaar gestreefd werd, maakte grote indruk op hem. Klaus Mann omschreef het New Deal-plan als een 'geistvoll-kühnen' poging het oude kapitalistische systeem door hervormingen te moderniseren en op die manier van de ondergang te redden (51).

Een volksfront tegen het fascisme

Ondertussen bleef Klaus Mann vasthouden aan het streven tot een gezamenlijk volksfront tegen het fascisme te komen. Daarom steunde hij de oprichting van de 'Ausschuss zur Vorbereitung der Deutschen Volksfront' in Parijs in juni 1936. De oprichting van de vereniging gebeurde onder leiding van communisten en sociaaldemocraten en kwam onder voorzitterschap van Heinrich Mann. Doel was het verenigen van alle nazi-tegenstanders. Vanaf het eerste moment in Exil was voor Klaus Mann eenheid onder alle antifascisten voorwaarde om het fascisme te overwinnen. In de rol van bemiddelaar nam hij het op voor André Gide toen deze werd aangevallen door stalinisten als Lion Feuchtwanger en deze nam hij op zijn beurt in bescherming tegen aanvallen van anti-communisten. Elk kwaad woord van één van de emigranten over een ander betekende volgens Klaus Mann een overwinning voor de heren in Berlijn (52). Tegen deze achtergrond begon hij aan de uitgave van Die Sammlung en nam hij deel aan het congres in Moskou eind 1934. Ook in een redevoering voor de PEN-club in Barcelona in 1935 deed hij een beroep op alle schrijvers zich in te zetten voor de strijd tegen het fascisme uit naam van de menselijke waardigheid en de geestelijke vrijheid, zonder onderscheid naar ideologie. Wereldbeschouwelijke onenigheden hoefden naar zijn mening een gemeenschappelijke politieke discipline niet in de weg te staan (53).

Drugsgebruik

Klaus Manns strijd tegen het fascisme, het rusteloze rondzwerven en het gebrek aan eensgezindheid onder de emigranten bleven niet zonder weerslag. De neiging troost en inspiratie in drugs te zoeken, werd een steeds groter probleem. In 1929 berichtte Klaus Mann voor de eerste maal van zijn morfine gebruik. Ook heroïne probeerde hij uit, 'Tut auch sehr wohl' (54). Het liep langzaam maar zeker steeds meer uit de hand en op 27 mei 1937 moest hij, tijdens een verblijf in Boedapest, worden opgenomen in een sanatorium voor een ontwenningskuur. Het haalde weinig uit, want een jaar later moest hij weer opgenomen worden.

Klaus Mann in 1935

Klaus Mann in 1935.

In dezelfde zomer leerde hij de jonge Amerikaanse journalist Thomas Quinn Curtiss kennen. Ondanks de oorlogsdreiging was hij gelukkig, schrijft hij in Het keerpunt (55).

In januari 1938 keerde hij, na een kort verblijf in de VS, voor de laatste keer terug naar Europa waar inmiddels de Spaanse Burgeroorlog was uitgebroken. In juni 1938 reisde hij met Erika als reporter naar Spanje. Ze raakten zeer onder de indruk van het vuur waarmee de republikeinen voor vrijheid streden. In deze strijd leek de eenheid en de wil om tot een collectief te behoren verwezenlijkt te worden.

Erika Mann, Hans Kahle en Klaus Mann tijdens de Spaanse burgeroorlog in juni 1938

Erika Mann, Hans Kahle en Klaus Mann tijdens de Spaanse burgeroorlog in juni 1938.

Onder invloed van de strijd in Spanje keerde Klaus Mann zich langzaam tegen het absoluut pacifisme en in een redevoering uit deze periode zegt hij: 'Der Tag mag kommen-wo sich für jeden jungen Menschen die Frage ergibt: Wie diene ich der Sache des Menschliches Fortschritt am besten? Ist es genug, ihr nur mit den Waffen des Geistes zu dienen'(56). En in Het keerpunt schrijft hij: 'Elk ethisch mens is natuurlijk pacifist, wat anders. Maar de oorlog die onvermijdelijk geworden is, laat zich niet meer 'afkeuren', maar alleen nog winnen'(57).

Het verdrag van München zorgde voor een grote inzinking bij Klaus Mann. Al in 1934 had Klaus Mann zich gekeerd tegen een 'Appeasement'-politiek. Hitler en het fascisme betekende volgens hem oorlog en de enige juiste houding daar tegenover was een vereniging tussen Oost en West. Met de nazi's samenwerken tegen het communisme was dezelfde fatale fout die Von Papen en handlangers in 1933 begaan hadden (58).