Vervolging, rehabilitatie en Afrikaans avontuur

Na de oorlog werden veel Duitse acteurs en actrices ondervraagd door de geallieerden. Sommigen kregen toestemming weer aan het werk te gaan terwijl anderen, onder wie Leni Riefenstahl, op de zwarte lijst belandden. Het rapport dat het 'Seventh Army Interrogation Center' opstelde, is voor een belangrijk deel door G.B. Infield afgedrukt. In het rapport wordt Leni Riefenstahl beschreven als een gebroken vrouw, compleet gedesoriënteerd door de ineenstorting van het Derde Rijk. 'It's difficult to recognize the leading actress of the films Das Blaue Licht, Die Weisse Hölle vom Piz Palü, Stürme über dem Montblanc, and SOS-Eisberg in this aging, seriously ailing woman. Arrest, interrogation, and internment have strongly affected her mental state, and gives the impression of a broken human being' (79).

Leugens en ontkenning

Ze zei tijdens dit onderzoek dingen die eenvoudigweg niet waar zijn. Zo beweerde ze bijvoorbeeld dat ze buiten Hitler en Speer niemand kende onder de nazi's. Maar uit foto's blijkt dat ze bijvoorbeeld Goebbels herhaaldelijk ontmoet heeft, ook privé. En uit brieven blijkt dat ze het ook met Julius Streicher goed kon vinden. Hij staat bekend als een van fanatieke nazi en een van de ergste jodenhaters. Hij hielp haar in een proces tegen de jood Béla Balázs en ze bezochten elkaar privé (80).

Riefenstahl met familie en hoog nazibezoek voor haar huis in Dahlem in 1937

In juni 1937 ontving Riefenstahl onder meer Hitler en Goebbels in haar huis in Dahlem. Op de eerste foto staan v.l.n.r.: Ilse Riefenstahl (vrouw van broer Heinz), Capt. Fritz Wiedemann (Hitlers adjudant), Dr. Ebersberg, Bertha Riefenstahl ( moeder), Joseph Goebbels, Heinz Riefenstahl (broer), Leni Riefenstahl, Adolf Hitler.

Hartelijke begroeting van Hitler door Riefenstahl

De Amerikanen vroegen haar ook wat ze wist van de jodenvervolging en de concentratiekampen. Ze zegt dan dat ze daar niets van wist. 'Today, when I hear all these dreadful things which happened to Germany. I could cry. And I cannot crasp how any of the people who shared Hitlers political ideas have the courage to continue living. I would have committed suicide had I felt that I shared the responsibility for these crimes' (81). Riefenstahl voelde geen verantwoordelijkheid voor de politieke gebeurtenissen in Duitsland, omdat ze nou eenmaal slechts een kunstenares was. 'She had never thought about the Fuhrer's policy because she does not have the slightest idea about these things (82). Ze zegt nooit antisemitische ideeën te hebben gehad en veel met joden te hebben samengewerkt. Maar de enige die ze met name noemt, beschrijft ze vervolgens als oneerlijk en verraderlijk (83). Ook Harry Sokal geeft een anekdote waaruit blijkt dat ze niet zo vriendelijk over joden dacht als ze de onderzoekscommissie wilde doen geloven. Sokal zegt: 'Riefenstahl blamed the Jewish critics for trying to wreck her career. She said that they where 'foreigners' who didn't understand her art and when Hitler came to power he would not permit them to do such things' (84). Daarbij vergat ze dat Harry Sokal zelf joods was en dat hij en Béla Balázs een belangrijk aandeel hadden in de totstandkoming van haar films en het daarop volgende succes. Henry Jaworsky, half-joods, getuigt daarentegen dat hij van Leni Riefenstahl nooit een antisemitische opmerking heeft gehoord en dat zij hem ook tijdens de oorlog herhaaldelijk heeft geholpen als hij in moeilijkheden zat in verband met zijn gedeeltelijk joodse achtergrond (85). Na deze eerste ondervragingsronde door de Amerikanen werd Leni Riefenstahl nog vele malen verhoord en uiteindelijk kwam ze in 1949 als 'sympathisant' in het dossier.

Proces na WO II 1 Uitspraak in 1952

Tijdens de processen in 1949 (links) en 1952 (rechts).

Première van Tiefland

In 1952 werd ze van vervolging ontslagen en mocht ze haar werk als filmmaker hervatten. Voor de derde maal pakte ze het project op waar ze 21 jaar eerder aan begonnen was: de film Tiefland. In 1954 kwam de film in de bioscopen. Succes bleef uit en daarom haalde zij de film uit de roulatie. Volgens Nowotny was de stijl verouderd. Ook de naam Jean Cocteau, die de Franse ondertitels maakte, kon de film niet redden. Later hebben Leni Riefenstahl en Cocteau nog een keer samengewerkt aan een film die Friedrich und Voltaire moest gaan heten. Dit project kwam niet van de grond door de dood van Cocteau. Ze heeft daarna nog een tiental plannen gemaakt voor andere films, maar daar is nooit iets van terechtgekomen. Het lukte haar niet de films gefinancierd te krijgen of acteurs of actrices aan te trekken.

Riefenstahl in een dansscène in Tiefland

De Nuba in Soedan

Toen het succes in Europa uitbleef, beproefde ze haar geluk in Afrika. Ze wilde in Soedan een semi-documentaire maken over de slavenhandel, Schwarze Fracht. Maar het ongeluk achtervolgde haar ook daar. Het begon met een auto-ongeluk in Kenia en later kwamen er financiële problemen bij, zodat ze het project moest opgeven. In de jaren 1960 en 1970 is ze gaan fotograferen in Afrika. Ze concentreerde zich op de Nuba, een stam in de oerwouden van Afrika, die toen nog betrekkelijk geisoleerd van de westerse beschaving leefde. Over de Nuba wilde ze ook een film maken, The last of the Nuba, maar toen ze een deel van de film had opgenomen, werden de negatieven door een verkeerd gebruik van de chemicaliën verpest.

In Afrika in 1963 1

Tussen 1962 en 1990 fotografeerde Riefenstahl de Nuba in Soedan. Bovenstaande foto's werden in 1963 gemaakt.



Omslag Die Nuba 1975 Bij de Nuba 1975 Bij de Nuba 1975

Bij de Nuba 1975 3 Riefenstahl - Der Liebestanz 1975

Deze foto's van de Nuba van Kau maakte ze in 1975.

Bij de Nuba in Soedan in 1975, hand in hand met een Nuba Bij de Nuba in 1975, omringd door Nuba

Riefenstahl in 1975 en in 1990