Engagement

James Nachtwey, Slachtoffer van de hongersnood in Soedan krijgt mineralen en voedsel van een hulpverlener

Alhoewel Nachtwey zich niet voor het karretje van één van de partijen laat spannen, steekt hij zijn engagement als fotograaf niet onder stoelen of banken: 'Omdat ik een boodschap heb, zijn ze op een uitgesproken manier geconstrueerd. Ik wil de kijker confronteren, een emotie teweegbrengen…Ik wil dat de mensen gaan nadenken. Want wat voor onbehaaglijk gevoel je ook krijgt van het kijken naar mijn foto’s, het is niets vergeleken bij wat mensen in werkelijkheid moeten meemaken.' [1] Elders noemt Nachtwey ‘mededogen’ de ultieme boodschap van zijn foto’s. [2]

James Nachtwey, een Hutu-jongen die het slachtoffer werd van de oorlog in Rwanda (1994)

Over de foto van Hutu-jongen zegt Nachtwey: “Als je de foto voor het eerst ziet, kijk je gelijk naar zijn littekens en begrijp je dat de doodseskaders enorm hun best hebben gedaan hem te vermoorden. Maar als je verder kijkt, zie je de blik in zijn ogen en besef je hoezeer hij moet hebben geleden. Dat hij niet alleen van buiten gewond is, maar ook van binnen. En toch, hij is een survivor. Daarom is het een goede foto. Hij vertelt het hele verhaal.”[3] Om zijn werk te doen gaat hij ver: “Natuurlijk ben ik mij er van bewust dat ik kan worden vermoord. Maar het is part of the job. En dat kun je aan, of niet. Als je dit werk wilt doen, moet je bereid zijn je leven op het spel te zetten.”[4] Nachtwey gaat niet over lijken om die ene goeie foto te maken. Twee maal redde hij iemand bij een dreigende lynchpartij. Dat is bepaald niet ongevaarlijk, omdat de woede van de menigte zich dan ook op de fotograaf kan richten. Maar wat het fotograferen voor Nachtwey betekent, doet er naar zijn mening niet toe: “Because I'm a messenger. I don't want people to be concerned about me. I want them to be concerned about the people in the pictures. I try to use whatever I know about photography to be of service to the people I'm photographing. I'm trying not to create photographs that viewers will look at and think: "What a good photographer he is," or "Look what an interesting composition he can make'.

Christine Spengler, Phnom Penh na een bombardement door de Rode Khmer (1 januari 1975)

De Franse oorlogsfotografe Christine Spengler: “Net als die stierenvechter in het Madrid van mijn jeugd, heb ik telkens een afspraak met de dood. En of ik nu naar El Salvador moet of naar Beiroet, ik zal altijd weer gaan, mijn leven lang. Ik wil getuigenis afleggen over het drama van de wereld.”[5]

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog kwam voor het eerst heel duidelijk naar voren hoe weinig journalistiek met objectiviteit te maken heeft. De burgeroorlog dwong een keuze af: voor of tegen. Veel journalisten uit heel Europa en de Verenigde Staten kozen de kant van het Volksfront en de republikeinen. Dit was in een periode dat fotojournalistiek een sprong voorwaarts maakte; een blad als Life gaf daarin de toon aan. De Nederlandse fotograaf Koen Wessing werkte veel in Latijns-Amerika. Hij wil heel duidelijk weten waar hij staat. “Ik zou nooit van mijn leven naar Libanon gaan, bijvoorbeeld. Dat is zo’n verwarrende situatie: iedereen vecht tegen iedereen. Ik zou geen partij kunnen kiezen.”(…) “Ja, ik wil weten waar ik sta. In Latijns-Amerika is dat gemakkelijker. In Libanon kun je alleen foto’s maken waaruit spreekt dat oorlog afschuwelijk is, iets inhumaans. Verder heb je daar als fotograaf niets te zoeken.”

Fotografe Corinne Dufka is van mening dat het voor oorlogsfotografen moeilijker en gevaarlijker is geworden een standpunt te bepalen vanwege "a different kind of war, driven not by struggle against injustice and political oppression but instead by nationalism, tribalism, and fundamentalism."

Corinne Dufka Rebellen van het Revolutionary United Front (RUF) en Armed Forces Revolutionary Council (AFR) patrouilleren in de straten van Freetown, Sierra Leone kort na een anti-democratische coup (mei 1997)

Anthony Suau, Een moeder vraagt om vergeving voor haar zoon die is gearresteerd omdat hij meedeed aan een demonstratie tegen de manipulatie van de verkiezingen in Zuid-Korea (1987)

Laat een foto de werkelijkheid zien wanneer een fotograaf van te voren een duidelijk standpunt heeft ingenomen? De Amerikaanse oorlogsfotograaf Anthony Suau ziet dit als een onontkoombaar gegeven: “Je kunt dit werk niet doen zonder er zelf heel erg emotioneel bij betrokken te zijn. Je kiest een kant, ook al wil je dat hoe dan ook vermijden. Elke foto die je maakt is al een keuze.”[6] Wat een fotograaf, volgens Alfred Eisenstaedt slechts hoeft te doen is “find and catch the story-telling moment.”[7]

Alfred Eisenstaedt, Times Square, VJ Day (1945)


  1. Frits Baarda, Het Oog van de Oorlog (Amsterdam 1989) p. 164
  2. Nell Westerlaken, ‘James Nachtwey. ‘Mededogen’ is de boodschap van mijn foto’s’, Volkskrant Magazine, 9-10-1999
  3. Frenk der Nederlanden, ‘Het geweten van de samenleving’, Het Parool 26 april 1995
  4. idem
  5. Frits Baarda, Het Oog van de Oorlog (Amsterdam 1989) p. 105
  6. Frits Baarda, Het Oog van de Oorlog (Amsterdam 1989) p. 152
  7. Harold Evans, Pictures on a page (New York 1978; Londen 1997) p. 20